Amanda van der Zalm

Beeldtaal

‘Laat maar zien’, wordt er vaak gezegd tegen leerlingen tijdens beeldende vorming. Maar nog vaker wordt er van hen gevraagd zich uit te drukken in woorden: door een procesverslag te schrijven, een presentatie te houden of uitgebreid in gesprek te gaan met de docent over het werk en het proces dat ertoe leidde. Hoe beoordeel je een beeldend werkproces op een manier die recht doet aan de verschillen tussen leerlingen en hun mogelijkheid zich uit te drukken over wat ze hebben gemaakt? 

Met de huidige focus op taal als prominent evaluatiemiddel kan de leerling die goed kan praten, beter het proces verwoorden en dus een hogere beoordeling scoren, terwijl het voor de docent niet zeker is of de leeruitkomst ook echt hoger is of dat het slechts een hogere woordenschat betreft.   
 
Voor mijn onderzoek ontwerp ik een kaartspelinterventie, dat als doel heeft de niet-talige kant van het kunstzinnig proces in beeld te brengen.